Mijn naam is Hans Linssen, geboren op 28 april 1962. Ik woon in Breda met mijn vrouw. Ik heb twee dochters. Sinds mijn jeugd heb ik het gevoel dat ik mijn medemens mag ondersteunen. Dit heb ik ongeveer 35 jaar gedaan in het verpleeghuis. Eerst in de zorg en later als activiteitenbegeleider / begeleider dagbesteding. Ik heb hier veel ervaring opgedaan in het begeleiden van de hulpbehoevende medemens. Voor zowel de dementerende medemens, als ook de mens met niet aangeboren hersenletsel. Zoals dat heet: psychogeriatrie en gerontopsychiatrie.
Ik ben voor mijzelf begonnen, omdat ik nu de wereld in kan gaan om uw familielid te begeleiden.
De vereenzaming wordt groter, mensen zitten alleen thuis of in het verpleeghuis. Graag wil ik er voor hun zijn en samen avonturen beleven. Bijvoorbeeld een wandeling in het bos, of een fietstocht op de duo-fiets, mocht die aanwezig zijn. Ook heb ik een wijde kennis van zaken en spelletjes. Voorlezen doe ik ook graag, in een roman of in een boek over schilders of over Breda.
Daarnaast heb ik de opleiding tot Dichterbij-clown gevolgd met specialisatie clownen voor dementerenden en stervenden. In de basisopleiding gaat men in eerste instantie op zoek naar de authenticiteit van zijn mens-zijn. Daarna wordt de clown gevormd met beweging, kleding en naamgeving. Deze kunnen door de jaren heen veranderen.
Het is fijn om een activiteit te doen als je daar interesse in hebt. Maar als je dat niet alleen kan, is het fijn om een persoonlijk begeleider in te kunnen schakelen. Zo heb ik met mijn cliënt de kerktoren van de Grote kerk in Breda beklommen. Boven aangekomen bij de grote klok wordt ons de geschiedenis verteld van de kerk. Dan bekijken we de omgeving, want zo'n toren is best hoog. We kunnen tot Rotterdam kijken die dag. Als alle gebouwen zijn benoemd, gaan we weer naar beneden. De trap op is niet echt een probleem, maar naar beneden... Met geduld en aanmoedigingen van mij en van onze gids lukt het om met z'n drieën beneden in de kerk aan te komen. Wat was hij trots! 'Deze dag zal ik niet snel vergeten!'
Ik koester de momenten waarop er een vonk overspringt. Zoals die keer dat ik al 'jebberend' contact maak met een bewoonster die geen woorden meer heeft. 'Jebberen is eigenlijk niets anders dan de geluiden die iemand maakt, spiegelen. Diep-dementerenden praten niet meer met woorden maar met klanken, geluiden. Ik ga naast die mevrouw zitten en maak dezelfde soort geluiden. Met intonatie, toonhoogte en mimiek. Zo kun je klanken lachend maken, of vragend, of informatief. We hebben een heel gesprek, we begrijpen elkaar. Als ik naar haar man kijk, zit hij met tranen in zijn ogen. Ik ben verbaasd, maar hij zegt: 'Je bent de enige die nog met haar kan praten.' Ik vond het een prachtig cadeau dat ik van hem kreeg.